Laatst was ik op mijn werk, druk aan het typen achter mijn computer. Een oudere collega tegenover mij zei “hey je typt net als ik, met twee vingers”. Ik voelde me ongemakkelijk, maar glimlachte vriendelijk. Ze had gelijk, ik heb nooit leren typen. Typecursus kreeg je op de basisschool. Maar daarvoor moesten je ouders een bijdrage betalen. Mijn ouders hadden dat geld niet. No big deal zou je zeggen.. en toch maakt dat, dat ik me achter een computer onzeker voel als er anderen bij zijn. Toch heb ik het gevoel dat ik iets gemist hebt. Als volwassen vrouw een typecursus volgen, vind ik moeilijk.
Dit is maar een klein voorbeeld van leven met te weinig middelen. Simpelweg omdat je te weinig te besteden hebt. De gevolgen van dit soort kleine dingen, kunnen groot zijn. Je wordt continue geconfronteerd met wat je niet hebt of wat je mist. Er heerst een gevoel van tekortkoming en schaamte. En dat is de kern van armoede. Het beperkt je deelname aan de samenleving. Door niet optimaal te kunnen deelnemen, isoleer je jezelf. Je wilt onzichtbaar zijn en niet opvallen. Want, schaamte. De stap naar hulp vragen is soms te groot. En dat is iets waar we met z’n allen rekening mee moeten houden. We kunnen zoveel voorzieningen bedenken en faciliteren. Maar het begint met begrip. Het begint met empathie en compassie voor de medemens. En waarom deel ik dit over mezelf? Omdat het oké is. Armoede is iets wat ons allemaal kan overkomen. Niet alleen “bepaalde groepen” of mensen die “verkeerde” keuzes maken. Het is niet alleen afhankelijk van de individuele keuzes die we maken. Het is een maatschappelijk probleem, die we alleen samen kunnen oplossen.