“Sportclubs moeten extra inkomsten vinden”, aldus minister Conny Helder als reactie op de dreiging dat honderden verenigingen dreigen om te vallen door te hoge energierekeningen en teruglopende inkomsten. Verenigingen moeten volgens haar niet volop leunen op de overheid. Zij heeft zeker gelijk. Het gesprek over deze uitdaging kent echter vaak de verkeerde focus, namelijk: het geld. Verenigingen focussen op subsidies en overheden op beperkte middelen.
Ook in onze gemeente beslissen we binnenkort over een nieuw subsidiekader, waarbij het uitgangspunt minder (beschikbaar) geld is. De keuze moet dan niet alleen zijn of alle of sommige verenigingen minder gaan krijgen. Nee, we moeten vooral kijken hoe we verenigingen kunnen helpen met hun (financiële) uitdagingen. Dit met onderscheid tussen de incidentele en structurele problematieken. Tegen Corona en de actuele extreme energiestijgingen is, buiten het hebben van reserves, geen beleid opgewassen. Hier rest niets anders dan met elkaar zoeken naar financiële oplossingen. Wij hebben als PvdA eerder al gepleit om ook dwarsverbanden te leggen met andere beleidsterreinen waar verenigingen onmiskenbaar ook hun bijdrage aan leveren. Het kan bijvoorbeeld niet zo zijn dat inwoners nog meer op kosten worden gejaagd omdat zij en/of hun kinderen niet meer op de club kunnen douchen.
Structurele daling van inkomsten uit bijv. sponsoring of contributie hebben echter dieperliggende oorzaken waar verenigingen vaak zelf moeilijk uitkomen. Laten wij als gemeente dan ook niet alleen focussen op het verdelen van het (lagere) budget, maar vooral ook op hoe we het budget inzetten, zoals aan kwalitatieve ondersteuning van onze belangrijke vrijwilligers.