PvdA Horst aan Maas vindt dat iedereen zou moeten kunnen wonen in een fijne omgeving in een woning die bij hem of haar past.
Woonwagenbewoners hebben jarenlang gestreden voor hun rechten. De uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens was voor hen een stap in de goede richting. Vorige week heeft de gemeenteraad HadM het woonwagenbeleid en de toewijzingsverordening woonwagenbeleid vastgesteld.
Wonen is een van de fundamentele mensenrechten en daarom moet ook Horst aan de maas doorpakken in dit dossier. Woonwagenbewoners zouden, net als andere huurders, zicht moeten hebben op een standplaats op redelijke termijn. Voor jongeren die opgroeiden in een woonwagen is het al tientallen jaren vrijwel onmogelijk om een plek te vinden waar ze een eigen toekomst op kunnen bouwen.
Er wordt straks voor een kleine specifieke groep mensen relatief veel kosten gemaakt worden, maar daarmee komen we wel tegemoet in het behoud van de woonwagencultuur. Een cultuur die sinds augustus 2014 op de Unesco-lijst voor immaterieel cultureel erfgoed Nederland staat. Een cultuur die zich laat kenmerken door een sterke familieband, maar ook de woonwagen is onderdeel van deze cultuur en maakt dus ook deel uit van de identiteit van woonwagenbewoners.
De realisatie van toevoegen van standplaatsen voor woonwagens ligt gevoelig en is een proces dat zorgvuldig moet verlopen. In de samenleving heerst er veelal stereotypering over woonwagenbewoners. Onbekend maakt onbemind.
Woonwagenlocaties moeten bij woonwijken gaan horen, daarvoor is een positieve sociale samenhang noodzakelijk. Ons advies: betrek tijdig bewoners uit de omgeving en woonwagenbewoners bij dit proces en zorg ervoor dat er een gezamenlijk gedragen oplossing ontstaat.
In onze gemeente moet iedereen kunnen wonen en kunnen meedoen.