We kennen in onze gemeente verschillende manieren waarop inwoners zich verenigen om zo dorpsbelangen te behartigen. De meest bekende vorm is een Dorpsraad maar onze gemeente kent ook een: dorpsoverleg, dorpsplatform, overlegplatform en wijkcomité.
En nu hoor ik u al denken: “what’s in the name?”. En in basis maakt het natuurlijk niet uit welke naam een dorp gebruikt om zich te verenigen. Wel zien we dat er ook verschillen zijn in de manier waarop deze platforms georganiseerd zijn, de manier waarop ze inwoners betrekken en welke thema’s ze wel én niet beetpakken. Voor een groot gedeelte heeft dit te maken met de ontwikkeling die deze platforms doormaken (de één meer dan de ander en dat is prima). Vroeger was de dorpsraad echt een ‘loket’ tussen de gemeente en de inwoners. Tegenwoordig zie je veel meer dat inwoners zich rondom projecten organiseren en niet een doorgeefluik of een soort vinkloket (waarbij de gemeente checkt of ze het eens zijn met een voorstel om vervolgens in de veronderstelling te zijn dat het hele dorp er zo over denkt) van de gemeente willen zijn.
Vanaf aankomend jaar verandert ook de subsidie voor deze initiatieven. Voorheen ontvingen alleen dorpsraden/platforms een subsidie in de vorm van ‘prioriteitsgelden’. Nu kunnen ook losse initiatieven, comités of samenwerkingsverbanden een aanvraag doen. De PvdA is blij met deze verandering omdat deze past bij de manier waarop dorpen zich organiseren. Zo kunnen ook initiatieven die in het verleden niet werden gezien als officiële gesprekspartner van de gemeente, aanspraak maken op financiële ondersteuning.