Hoe meer de boer bidt, hoe hardnekkiger hij wordt. En juist daarom is het zo belangrijk dat we boeren weer het licht aan het einde van de tunnel laten zien. Hierbij focussen we ons nu vooral op de boer zelf bij het terugdringen van stikstof maar volgens mij zouden we meer moeten kijken naar de hele sector. En ik heb het dan niet over saneren van boerenbedrijven óf de sector maar het stimuleren van een andere bedrijfsvoering.
Sinds kort ben ik een actief volger van Kees Klomp. Kees is lector in de betekeniseconomie en pleit voor een samenleving waarin niet de economische groei centraal staat maar ecologische groei. In andere woorden: we moeten niet altijd meer en groter willen maar de natuur en aarde meer centraal stellen. En de economische groei centraal stellen, is juist wat we de afgelopen jaren hebben gedaan. Grote boerenbedrijven werd gevraagd (lees: gedwongen) om nog groter te worden om zo interessant te blijven. De extra winst die deze schaalvergroting opleverde, ging vooral naar de keten: slechts een kwart van de kostprijs van een treetje eieren gaat naar de boer zelf. De hele keten achter dat treetje eieren is dus net zo goed verantwoordelijk voor de 68%* van de totale stikstofuitstoot in Nederland die de landbouw uitstoot.
Als je het mij vraagt wordt het dan ook tijd dat we ons economische systeem gaan omgooien. Kleinschaliger, lokaal en duurzaam. Als gemeente Horst aan de Maas zouden we onze boeren dan ook (financieel) moeten ondersteunen om die stap te maken. Dat is beter voor Horst aan de maas, de aarde én ook voor de boer. Kunnen we als inwoner van Horst aan de Maas zelf ook iets doen? Een aantal keer per week vegetarisch eten zou al een mooi begin zijn!
*bron: RIVM, 2019