Ik ben trots op onze gemeente en inwoners. Trots, omdat onze gemeente haar verantwoordelijkheid neemt door onder andere 60 minderjarige vluchtelingen op te vangen. Trots op alle betrokken vrijwilligers die zich met hart en ziel inzetten om klaar te staan voor elkaar als medemens.
Afgelopen raadsvergadering bleek maar weer dat dit onderwerp een verhit discussiepunt blijft. En dat is oké. Het is goed om elkaar scherp te houden. De zorgen die over dit onderwerp zijn ontstaan nemen we serieus. Maar achter die zorgen schuilt een gemeenschappelijk belang. Iedereen heeft er immers belang bij dat de opvang goed geregeld is. De omwonenden, maar ook de 60 minderjarige vluchtelingen waar het in dit geval om ging. En laten we ons alsjeblieft niet leiden door angst en wantrouwen. Door er steevast vanuit te gaan dat die 60 jongeren sowieso andere normen en waarden hebben en dat te koppelen aan de verwachting van overlast en criminaliteit, vergeten we met open vizier te kijken. We vergeten dat het om 60 kinderen (!) gaat die gevlucht zijn voor oorlog. Die huis en haard hebben moeten verlaten. Die hun ouders moeten missen. Die alleen zijn. Ik besef me dat ik van geluk mag spreken dat ik me niet eens kan voorstellen hoe deze jongeren zich moeten voelen. Maar schuilt daarin niet juist het probleem? Dat we het ons soms niet kunnen voorstellen hoe anderen zich voelen? Zijn we daardoor verder af komen te staan van waarden zoals: solidariteit en verantwoordelijkheid? Ik ben er trots op dat ik in een gemeente woon die die waarden duidelijk uitdraagt. En zoals onze fractie al benadrukte tijdens de vorige raadsavond: kinderen leren de normen en waarden van de volwassenen om hen heen. Dus laten we zelf het goede voorbeeld geven. En laten we vooral onze verantwoordelijkheid blijven nemen en uitgaan van het gemeenschappelijk belang. Daar zit onze kracht.